Compost en het mestdecreet

Het Mestdecreet is een complexe wetgeving. De Mestbank is de bevoegde overheid. Voor de exacte wetteksten en meer info verwijzen we je graag door naar www.vlm.be.

Systeem van werkzame N-normering wordt verplicht

Europa heeft beslist dat Vlaanderen een evenwichtsbemesting betreft N heeft bereikt. De normering blijft dus absoluut gelijk, maar elke landbouwer moet verplicht overstappen op het systeem van werkzame N.

In dit systeem moeten twee bemestingsnormen afgetoetst worden om na te gaan of de bemestingsnormen voor stikstof gerespecteerd worden:

  • de totale stikstofnorm voor dierlijke mest
  • en de stikstofnorm voor werkzame stikstof.

De werkzame stikstof is de som van werkzame stikstof afkomstig van dierlijke mest, andere meststoffen en kunstmest, waarbij men rekening moet houden met de werkingscoëfficiënten van de verschillende meststoffen.

In de praktijk wordt dit systeem al gebruikt bij de bemestingsadviezen voor stikstof. Werkzame stikstof is de hoeveelheid stikstof uit meststoffen, die het eerste jaar nuttig gebruikt kan worden door het gewas. Dit betekent dat er per mestsoort een werkingscoëfficiënt bestaat die de N-inhoud herberekent naar de (voor het gewas) ‘nuttige’ N-eenheden. Dit betekent dat niet alle N-eenheden moeten meegerekend worden. De totale N-normen in dit systeem liggen lager, maar het laat de landbouwer toe om de bemestingsbehoefte volledig in te vullen.

Lees ook deze brochure waar alles over werkzame stikstof wordt uitgelegd.

Gunstige uitzonderingen door compostgebruik

Fosfaatvrijstelling: de fosfaatinhoud van gecertificeerde gft‐ en groencompost telt maar voor 50% mee voor de invulling van de maximale fosfaatbemestingsnorm (zie verder).

De werkingscoefficient van N is slechts 15%. Compost is een traagwerkende meststof.

Transport door erkend mestvoerder en erkend verzender

De Vlaco-compostproducent is meestal een erkend verzender. Als landbouwer hoeft u dus geen erkend transporteur onder de arm te nemen. Meer informatie over erkend verzender vind je hier

Uitrijperiode

Vlaco-compost mag het hele jaar uitgereden worden, behalve tijdens de winterstop (1 november - 15 januari). Onderwerken is niet verplicht voor compost. Er treden immers geen stikstofverliezen via de lucht op. Vanzelfsprekend blijft het verbod geldig op uitrijden op zon- en feestdagen (en ook zaterdagen in de Noordzeekustzone), voor zonsopgang en na zonsondergang, op drassig, overstroomd, bevroren of besneeuwd land, dichtbij waterlopen.

De uitrijregeling verschilt per type mestsoort en is afhankelijk van de status van het landbouwbedrijf (focus of niet-focus bedrijf). Dat kan je hier nakijken.

Normen van systeem werkzame stikstof (Nwerkz)*:

De laatste normen vind je op www.vlm.be.

Systeem van P2O5-normering heeft bepalende rol.

De bemestingsnormen voor totaal P2O5 voldoen aan een evenwichtige bemesting, rekening houdend met de bodemvoorraad. De berekeningen voor een evenwichtige bemesting in Vlaanderen zijn gebaseerd op de gemiddelde gewasopbrengsten en daaruit resulterende P2O5 -gewasexportcijfers.

Dit betekent dat de hoeveelheid P2O5 die werkelijk afgevoerd wordt van het veld (bovengrondse gewasopbrengsten) moet aangevuld worden als P2O5-bemesting. De hoeveelheid P2O5 die vereist is voor de groei van wortels, wordt niet toegediend via bemesting aangezien deze hoeveelheid reeds beschikbaar is in de bodemvoorraad. Dit betekent dat de P2O5-bemestingsnorm gemiddeld gezien significant lager is dan de totale P2O5-opname. 

In MAP6 zijn de normen van MAP5 niet aangepast. Men streeft sinds MAP5 uitmijning van de bodemvoorraad fosfor na.

Daarom zijn de percelen ingedeeld in klasse I, II, III en IV. Per Klasse zijn er normen en extra maatregels of uitzonderingen. 

P2O5-inhoud van compost slechts voor de helft aangerekend!

Vlaanderen erkent en onderschrijft het belang van een evenwichtige P2O5-bemesting van de Vlaamse landbouwgronden en het belang van het beperken van de P2O5-bemesting tot de hoeveelheid die geëxporteerd wordt door het gewas of ontmijning in gebieden waar de meetpunten een overschot aangaven. Daarom moet het totale P2O5-gehalte van alle messtoffen in rekening gebracht worden bij het toepassen van de bemesting.

Anderzijds is ook een goede bodemtoestand essentieel om een goede gewasopbrengst, nutriëntenopname, erosiepreventie, bodemvruchtbaarheid, … te garanderen. In Vlaanderen worden we de laatste jaren geconfronteerd met een zorgwekkende daling van het organisch koolstofgehalte van onze landbouwbodems. Het gebruik van compost op landbouwgronden is een belangrijke maatregel om het organische koolstofgehalte van een bodem te verbeteren.

Bij de vooropgestelde P2O5-bemestingsnormen kan slechts een zeer beperkte hoeveelheid compost toegediend worden wanneer de totale P2O5-inhoud van compost in rekening gebracht zou moeten worden. Compost bestaat in essentie uit twee componenten (met een gelijk aandeel) namelijk organische restfracties en bodemfracties zoals zand en klei. De organische fractie wordt beschouwd als een ‘meststof’ die N en P bevat.

De bodemfractie aan de andere kant, is een fractie die niet in rekening gebracht zou mogen worden binnen het concept van een gesloten cyclus. Daarom, en om het gebruik van compost als een waardevolle bron voor de opbouw van organisch materiaal in de bodem niet in het gedrang te brengen, moet bij gebruik van gecertificeerde compost als meststof slechts 50% van de totale P2O5-inhoud van de compost in rekening gebracht worden, wat overeenkomt met de P-fractie van de compost die afkomstig is van de organische fractie.